De zachte krachten zullen zeker winnen
Paperback, stofomslag met
flappen, 120 blz.
€ 22,50
ISBN 9789083018300
Henriette Roland Holst (1869-1952) was de belangrijkste Nederlandse politica en dichteres van de eerste helft van de 20e eeuw. Zij was een onvermoeibare stuwende kracht achter de socialistische beweging, vertegenwoordigde Nederland op internationale congressen, hield toespraken en schreef studies, artikelen, lekenspelen en gedichten. Ze was afkomstig uit een welgesteld Noordwijks notarisgezin en werd als vrouw niet geacht zich in kunst of politiek te begeven, maar ontwikkelde zich al snel tot een gelauwerde dichteres en een bevlogen communiste. Op haar landgoed De Buissche Heide bij Zundert en bij internationale congressen ontmoette zij iedereen die ertoe deed in de literatuur, de kunsten en de progressieve politiek, van dichter-socialist Herman Gorter, kunstenaar Jan Toorop en architect H. P. Berlage tot revolutionair socialisten Rosa Luxemburg en Leon Trotski. De versregel ´De zachte krachten zullen zeker winnen´, afkomstig uit een van haar sonnetten, is een gevleugelde uitspraak geworden. De gedichten in deze bloemlezing worden geflankeerd door contemporaine en nieuwe portretten en toegelicht met fragmenten uit haar autobiografie en de gezaghebbende biografie door Elsbeth Etty. Deze bundel maakt het dichtwerk van Henriette Roland Holst opnieuw toegankelijk voor een modern publiek.
Fragment uit De zachte krachten zullen zekker winnen
De zachte krachten zullen zeker winnen
in ’t eind – dit hoor ik als een innig fluistren
in mij: zoo ’t zweeg zou alle licht verduistren
alle warmte zou verstarren van binnen.
De machten die de liefde nog omkluistren
zal zij, allengs voortschrijdend, overwinnen,
dan kan de groote zaligheid beginnen
die w’als onze harten aandachtig luisteren
in alle teederheden ruischen hooren
als in kleine schelpen de groote zee.
Liefde is de zin van ’t leven der planeten
en mensche’ en diere’. Er is niets wat kan storen
’t stijgen tot haar. Dit is het zeekre weten:
naar volmaakte Liefde stijgt alles mee.
Opgang, III
Uit: Verzonken grenzen