Groningen
Tweetalige editie
vertaling: Marten van Dijken
Paperback met flappen, 32 blz.
Handgebonden
€ 15,00
ISBN 9789083018324
In 1961 verscheen de gedichtencyclus 'Groningen' waarvoor Huub Oosterhuis de Anne Frank Prijs en de Poëzieprijs van de Gemeente Amsterdam ontving. Sinds die tijd is er in Groningen veel veranderd, maar sommige dingen zijn gelukkig ook nog hetzelfde gebleven. Zoals de onveranderlijke, rechtopstaande Martine toren die dan ook prachtig wordt bezongen: 'wie is die Martinitoren die hoge boom? hij vangt stemmen op in zijn oren' evenals de A-kerk 'levende stenen zijn met een stem begenadigd: a-huizen, a-kerk heten zij'. Bijna 60 jaar later is het tijd Groningen opnieuw uit te geven, om de stad en de mensen eraan te blijven herinneren dat de torens nog staan, in tegenstelling tot de gebouwen die gesloopt moeten worden door de schade die de gaswining heeft veroorzaakt. Deze uitgave komt in een tweetalige editie met de oorspronkelijke Nederlandse tekst en een door Marten van Dijken verzorgde vertaling in het Gronings. Maar niet alleen voor Groningers is deze bundel bedoeld: hij is er voor iedereen die dit 'begin van de wereld' deze stad, haar torens, haar mensen, de provincie een warm hart toedraagt.
De opbrengst van deze bundel gaat dan ook in zijn geheel naar gedupeerden van de gaswinning en wordt mede mogelijkgemaakt door de Stichting Huub Oosterhuis Fonds.
Fragment uit Groningen
1.
Groningen was het begin
van de wereld, de zuivere
springende zee kwam hier
tot bedaren, de eerste
eilanden, tot koud vuur
van de branding, het hoge
land, zeven dagen wijd;
alles spreekt de geheimtaal
van de waarheid, er is
ruimte ontstaan en toekomst,
alles hoort bij elkaar.
Voeg de vrouwen daarin,
de stammoeders van de mensen;
als een zaadgewas vruchtbaar
laat ook mannen daar zijn,
kinderen van het licht
die de liefde voortplanten
die de vrede uitvinden
langs de menselijke weg.
Dan is de stad gebouwd,
goed en wel, dan wonen
dood en leven tezamen
binnen muren van tijd.
Levende stenen zijn
met een stem begenadigd:
A-huizen, A-kerk heten zij,
torenhoog opgericht.
Grunnen
1.
Grunnen was begun
van wereld, zuvere
springende zee kwam hier
tou bedoaren, eerste
aailanden, tou kold vuur
van brekers, t hoge
laand, zeuven doag wied;
ales sprekt gehaaimtoal
van woarhaid, der is
roemte ontstoan en toukomst,
ales heurt bie mekoar.
Voug vraauwlu doarien,
stammoekes van mensken;
as n zoadgewas vruchtboar
loat ook manlu doar wezen,
kiender van t licht
dij laifde deurgeven
dij vree oetvienden
zo as mensken doun.
Den is stad baauwd,
goud en geef, den wonen
dood en levent mit nkander
binnen muren van tied.
Leventege stainen binnen
zegend mit n stem:
A-hoezen, A-kerk haiten zai,
torenshoog ien t èn.